Liefde in de steigers

2008_01-liefde in de steigersEmma en Erik. Zo’n droompaar. Samenwonen, plannen maken voor de toekomst, misschien komen er nog eens kinderen. Maar aan het geluk komt een eind als blijkt dat Erik er al heel lang een vriendin op na houdt. Wat blijkt? Die vriendin dacht óók dat ze enige was voor Erik. Dubbel bedrogen dus. Beide dames besluiten de handen ineen te slaan, en dat leidt tot bijzondere ontwikkelingen.


Een stukje uit Liefde in de steigers
‘Wat vindt u ervan, juffrouw Emma?’ vroeg hij me toen hij de kopjes gevuld had. Euh… hij had het tegen mij? Waar had die goeie man het over? Ik had geen idee wat hij bedoelde.
‘Neem me niet kwalijk Albert, ik heb Emma nog niets verteld,’ nam mam het over en gaf me onder de tafel een duwtje tegen mijn knie. Ze knikte naar de woonkamer waar ik inkeek als ik mijn hoofd naar links draaide. ‘Emma, wat vind je van dit huis?’
Van dit huis? Wat was dat nou voor een vraag? Het was geweldig. Halverwege de huiskamer zaten twee schuifdeuren met prachtig glas-in-lood. Er lag witroze gevlamd marmer op de grond. In de voorkamer stond een mengelmoes van oude versleten meubelen rondom een fraaie marmeren open haard opgesteld. Vanaf het terras kon ik precies in de smalle keuken kijken, waar de stokoude apparatuur niet echt tot de verbeelding sprak, maar dat werd ruimschoots goedgemaakt door de sfeervolle inrichting: keukenkastjes met deurtjes van donkerrood hout, afgewerkt met sierlijsten, een granieten aanrecht en verlichting van twee antieke koetslampen.
‘Het is heel leuk,’ zei ik behoedzaam, omdat ik nog steeds niet begreep wat ik hier deed. Mijn blik gleed over de achtergevel van het huis. Op de muur waren sierlijk vormgegeven ankers te zien en de houten kozijnen gingen met koperen beslag open en dicht. Het dak was een beetje ongelijk wat, zo vermoedde ik, kwam omdat de rode dakpannen handgemaakt waren. Het zag er allemaal oud en schilderachtig uit: Anton Pieck-achtig.
Albert wees naar de ramen boven. ‘Het huis heeft twee etages. Op de zolder is ook een woonetage, uitstekend geschikt voor huurders.’
Wacht even. Ik voelde waar dit heen ging – werd ik geacht bij deze Albert in te trekken? Mam zat me stralend aan te kijken. Ze dacht toch niet serieus dat ik bij die ouwe man zou gaan wonen, of het nou een woonetage boven was of niet? Ik schraapte mijn keel. ‘Euh… ik vind het erg vriendelijk aangeboden maar kunt u niet beter een huisgenoot kiezen die eum… wat… euh… meer van uw leeftijd is?’ Ik voelde dat ik begon te blozen en voegde er tamelijk hulpeloos aan toe: ‘Of een familielid of zo?’
Alberts onzichtbare wenkbrauwen gingen een stukje omhoog. Rimpels verfrommelden de huid rond zijn ogen waarin ik een vonk van geamuseerdheid zag.
‘Je hoeft niet bij Albert te komen wonen!’ riep mam voordat hij zelf wat had kunnen zeggen. ‘Albert wil je graag zijn huis verkopen, als je het zelf ook wilt.’
Hè? Dat had ik niet opgemaakt uit de manier waarop hij en mam praatten. Ik? Dit huis kopen? Albert knikte met een verwachtingsvol gezicht. ‘Zoals u vast hebt gezien ben ik niet meer zo goed in de benen en daarom ben ik al een tijd van plan om het te verkopen. Ik heb al tijden een seniorenflat op het oog, maar het kwam er maar niet van om de knoop door te hakken. Ik liet het een keer vallen tegenover Mary, en die belde me een paar dagen geleden en vroeg of ik het huis nog wilde verkopen. Als dat zo was, wist ze wel iemand.’
Een beetje dommig staarde ik hem aan. ‘Maar dat kan ik niet betalen,’ ze ik.
Mam maakte een heftig gebaar met haar hand. ‘Emma, ik heb je al gezegd dat ik bij zal springen.’
‘Juffrouw Emma, ik kan natuurlijk niet beoordelen hoe uw financiële status is,’ zei Albert voorzichtigjes, ‘maar ik kan u verzekeren dat u van de vraagprijs niet wakker zult liggen. Het huis is al jaren afbetaald en wat moet ik met zo’n smak geld als ik er de volle mep voor vraag? Ik ben al een oude man, ik heb geen kinderen, geen broers of zusters, en als ik overlijd verdwijnt het geld naar god weet waarheen. Waarom zou ik het nu niet verkopen en zorgen dat ik verder rustig de winter van mijn leven kan leiden? Ik heb niet veel geld nodig. Dan verkoop ik het huis liever aan iemand die er nog heel lang plezier van zal hebben en er niet krom voor hoeft te liggen.’
Verbijsterd keek ik Albert aan. De man praatte hier even rustig over zijn naderende verscheiden alsof hij het had over een middagje vissen. Hij legde een papiertje op tafel en schoof dat naar me toe. ‘Dit is de vraagprijs. Denk er maar eens over na. Ik verkoop mijn huis liever aan iemand die ik ken en waarvan ik denk dat het in goede handen komt, dan dat ik het door een louche makelaar laat verhandelen.’
Zonder dat ik het wilde kwam het gezicht van Eric even in me op en ik slikte een opmerking over louche makelaars in, pakte het papiertje en vouwde het open. Wat? Dat kon toch niet waar zijn? Met een ruk keek ik naar hem op. ‘Dit is vast niet goed.’
‘Toch wel.’
‘Maar… dit is niet in verhouding tot de verkoopprijzen van huizen van nu,’ zei ik, het gevoel bedwingend dat ik iemand een poot zat uit te draaien. ‘Zo bent u een dief van uw eigen portemonnee.’
Albert glimlachte en nam nog een slokje van de waterige thee. ‘Welnee. Ik heb geld zat. Dat is wat ik ervoor wil hebben en daarmee basta.’
Mam knikte me stralend toe. Albert keek naar haar, glunderend over de rand van zijn bloemetjeskopje. O lieve hemel. Hij was verliefd op haar en probeerde op deze manier een weg naar haar hart te vinden. Wat moest ik hier nou op zeggen? Als ik ja zei, dacht hij misschien een kans te maken bij mijn moeder en manoeuvreerde ik haar in een onmogelijke positie en als ik nee zei liet ik een wereldkans aan mijn neus voorbij gaan.


Liefde in de steigers
is verschenen in 2008 bij Uitgeverij Zomer & Keuning